Zoals elk jaar zijn er ook in 2024 heel wat belangrijke veranderingen op het vlak van hr. In deze blog lichten we drie ingrijpende sociaal-juridische veranderingen voor je toe. Zij hebben immers een grote impact, zowel voor jou als werkgever als voor je medewerkers.

Concreet gaat het om:

  • het recht voor werknemers op 5 individuele opleidingsdagen per jaar;

  • de hervorming (lees: uitbreiding) van het flexi-jobsysteem;

  • de mogelijkheid voor werknemers om vakantiedagen tijdens ziekte te recupereren.

1. Vijf individuele opleidingsdagen per werknemer per jaar

Tot nu toe moest je als organisatie een gemiddeld aantal opleidingsdagen per werknemer voorzien op het niveau van de onderneming. Het was dus mogelijk om de ene werknemer meer opleidingsdagen te laten volgen dan de andere en toch de opleidingsverplichting na te komen.

Vanaf dit jaar heeft elk van jouw werknemers recht op een aantal individuele opleidingsdagen. Werknemers die (nog) geen volledig jaar bij je in de organisatie werken of die deeltijds aan de slag zijn, hebben recht op een pro rata aantal opleidingsdagen.

Belangrijk: dit individuele opleidingsrecht per jaar per werknemer is niet van toepassing op bedrijven met minder dan 20 werknemers. Daarbij maken we een onderscheid tussen bedrijven met minder dan 10 werknemers en bedrijven met 10 tot minder dan 20 werknemers:

  • Telt je bedrijf minder dan 10 werknemers? Dan moet je geen rekening houden met deze nieuwe verplichting. Uiteraard mag je altijd opleidingen voorzien voor je collega’s, maar je bent niet gebonden aan een minimum aantal dagen.

  • Werk je in een bedrijf van 10 tot minder dan 20 werknemers? Dan moet je 1 opleidingsdag per jaar per voltijdse werknemer voorzien.

Die nieuwe regel geldt voor zowel formele als informele opleidingen. In het eerste geval gaat het om cursussen en/of stages die lesgevers of sprekers ontwikkeld hebben. Bij informele opleidingen organiseren werknemers veel meer zelf. Ze kunnen bijvoorbeeld zelf de plaats en de inhoud van de opleiding (mee) bepalen.

2. Recuperatie vakantiedagen wegens ziekte

Tot eind 2023 moesten werknemers hun vakantiedagen tegen het einde van het vakantiejaar opnemen. Deden ze dat niet, dan verloren ze die dagen meestal.

In 2024 verandert dit. Vanaf dit jaar kunnen werknemers hun vakantiedagen overdragen als ze die omwille van bepaalde schorsingen, zoals ziekte, niet op tijd kunnen opnemen. Die gerecupereerde vakantiedagen kunnen tot 24 maanden na het einde van het vakantiejaar opgenomen worden.

Concreet kan in volgende situaties niet-opgenomen vakantie tot 2 jaar later opgenomen worden:

  • erkende arbeidsongevallen of beroepsziektes

  • andere ongevallen of ziektes

  • moederschapsrust

  • vaderschapsverlof

  • profylactisch verlof (= borstvoedingsverlof)

  • geboorteverlof

  • adoptieverlof

  • pleegzorgverlof

  • pleegouderverlof

Let wel: het blijft de bedoeling dat een werknemer nog steeds 20 wettelijke vakantiedagen per jaar opneemt, bij voorkeur binnen hetzelfde jaar.

Een werknemer kan niet-opgenomen vakantiedagen trouwens ook bij een nieuwe werkgever opnemen.

3. Hervorming van het flexi-jobsysteem

In 2015 voerde de federale regering het systeem van flexi-jobs in. Als werknemer of gepensioneerde kan je zo onbeperkt bijverdienen, zonder dat je sociale bijdragen of belastingen moet betalen. Tot nu toe gold deze maatregel in 10 sectoren, waaronder de horeca, kappers en warenhuizen.

Eind 2023 kondigde de regering enkele wijzigingen aan, die vanaf dit jaar in werking treden. Het gaat om volgende aanpassingen:

  • Een uitbreiding van de flexi-jobs van 10 naar 22 sectoren. Het gaat om de volgende extra sectoren: vervoer per bus/autocar, onderwijs/opvoeding, sport en cultuur, begrafenisondernemingen, kinderopvang, evenementen, voeding, autorijscholen en vormingscentra, de automobielsector, land- en tuinbouw, de vastgoedsector en verhuissector.

  • Het loon van een flexi-jobber wordt gelijkgeschakeld met de barema’s die van toepassing zijn op de sector (en dus geldt niet langer het vastgestelde minimumloon). De horeca vormt een uitzondering op deze regel.

  • Een verhoging van de werkgeversbijdragen. Als werkgever betaalde je tot nu toe een bijzondere werkgeversbijdrage van 25%. Dit tarief wordt opgetrokken tot 28% van de brutobezoldiging.

  • De invoering van enkele antimisbruikbepalingen, zoals het verbod om te werken bij een andere onderneming van dezelfde werkgever en de invoering van een wachtperiode.

  • Een beperking van het fiscaal vrijgestelde bedrag. Dit is afhankelijk van de situatie waarin een flexi-jobber zich bevindt: 4/5de arbeidsregime, vervroegd pensioen of gepensioneerde.


    Concreet:

    • Werknemers met 4/5de arbeidsregime: zij mogen nog 12.000 euro per jaar belastingvrij bijverdienen via een flexi-job. Alles wat ze meer verdienen, wordt belast volgens de normale regels.

    • Vervroegd pensioen: werknemers die van een vervroegd pensioen genieten, kunnen nog belastingvrij bijverdienen via een flexi-job tot een plafond van € 7.190 per jaar.

    • Gepensioneerden: voor gepensioneerde flexi-jobbers wijzigt er niets. Zij kunnen onbeperkt belastingvrij bijverdienen via het regime.

Wil je meer informatie hierover, of heb je nog vragen?

Onze Asap-experten helpen je graag verder!

Neem contact op